a) Het door de OESO bepleite "arm's length"-beginsel wordt toegepast zonder rekening te houden met de rechtstreekse fiscale gevolgen voor een verdragsluitende Staat.
b) Zaken worden zo spoedig mogelijk geregeld naar gelang van de complexiteit van de aangelegenheden in de zaak in kwestie.
c) Alle passende middelen om zo spoedig mogelijk tot een regeling in onderling overleg te komen, waaronder besprekingen in een vergadering, komen in aanmerking. In voorkomend geval wordt de onderneming uitgenodigd bij de bevoegde autoriteit een toelichting te geven.
d) Gelet op de bepalingen van deze Gedragscode moet in onderling overleg een regeling worden getroffen binnen twee jaar na de datum waarop de zaak voor het eerst aan de bevoegde autoriteit is voorgelegd overeenkomstig punt 2, onder ii), van deze Gedragscode.
e) De procedure van onderling overleg mag niet leiden tot onredelijke of buitensporige nalevingskosten voor de persoon die hierom heeft gevraagd, of voor andere personen die bij de zaak betrokken zijn.